Laatst moest er een kastanjehouten hek geplaatst worden in onze voortuin. Twee van mijn zonen van 4 en 8 jaar zouden mij helpen. Nadat ze allebei op een stoel in de voortuin stonden sloegen ze met een flinke hamer de palen de grond in. Onze oudere buurvrouw kwam naar buiten en zei ‘doe dit maar niet, laat dat maar aan je vader over’ waarop ik aangaf dat dit juist de bedoeling was. Met een mix van nieuwsgierigheid en afgrijzen keek onze buurvrouw toe. (Weest gerust we hebben een fijne buurvrouw) Deze gebeurtenis zette mij aan het denken. Hoe ga ik en hoe gaan we als vaders met risico’s om? In welke situatie brengen we onze kinderen (al dan niet bewust) om ze tot een leermoment te brengen?
Als we alle opvoedingsstijlen van vaders voor het gemak even op een hoop vegen en in drieën delen lijk je drie soorten vaders te hebben.
- Vaders die hun kinderen niet in bomen laten klimmen
- Vaders die hun kinderen in bomen laten klimmen
- Vaders die hun kinderen in bomen laten klimmen en er uit laten vallen om te leren het de volgende keer te voorkomen.
Het gaat mij nu om de eerste categorie vaders. Lijken we daar soms niet iets te veel op?
Vanuit onze mooie en goede motivatie proberen we onze kinderen het beste te bieden, het liefst zonder spetters, modder en schaafwonden. Stokken gaan niet mee naar huis de BBQ steek we zelf wel even aan.
Ik wil niemand te kort doen, het gaat mij niet om goed of fout maar om de vraag waar we onze zonen (en kinderen) het meest mee helpen.
Het lijkt dat we theorie vaak redelijk kennen als vaders, de vraag is wel of opvoeding theoretisch is. In de praktijk gaat opvoeding vaak over:
- Leren frustreren
- Leren omgaan met eigen grenzen
- Leren omgaan met tegenslag
De verveling, het ongemak en het risico niet altijd uit te weg gaat levert uiteindelijk weerbare creatieve kinderen op die zich beter redden in de maatschappij. Té beschermd spelen heeft grote gevolgen voor de ontwikkeling van een kind.’
Iets minder dan de helft van de ouders laat hun kind niet hetzelfde risicovolle spel doen als zij zelf vroeger hebben gedaan blijkt uit een recent onderzoek. Kan het zijn dat we onze kinderen te voorzichtig opvoeden en daardoor zijn te vatbaarder om bang en onzeker te worden?
En als er dan toch wat gebeurd wat niet fijn, niet goed, pijnlijk of vervelend was? Neem er de tijd voor, laat het gevoel en de emotie van je kind er zijn en geeft hier ruimte aan. Probeer als vader bij dit gevoel te ‘blijven’ en dichtbij je kind te blijven. Er hoeft niet direct een oplossing te komen voor bijvoorbeeld het verdriet of de frustratie van je kind. Door eenvoudig weg bij dit gevoel te blijven haalt een kind zicht hier vaak zelf weer uit en tja misschien moet hierdoor je broek wel in de was van het op knieën zitten...