De kerk is saai, iedereen is stom en in God gelooft hij niet meer. Die mededeling van zoon Stefan (19) kwam hard aan bij vader Anton. “Stefan gaat liever op zondagmiddag naar het strand. Als ik doorvraag, krijg ik koude antwoorden. Het kostte me al menige slapeloze nacht. Wat deed ik fout? En hoe nu verder?”
Tekst: C.A.Schipaanboord-de Vos; Gepubliceerd in GezinsGids - christelijk magazine voor het gezin. (Houten)
“Op zondagavond eindigen we altijd met z’n allen met Bijbellezen en gebed. Na zo’n moment kwam het hoge woord er opeens uit. Stefan vertelde dat hij niet meer naar de kerk zou gaan en dat hij niet in God gelooft. ‘Ik weet dat ik jullie er verdriet mee doe, maar ik ga echt niet meer’, voegde hij nog toe. Hij vroeg of we het goed vonden. Mijn vrouw en ik reageerden heel rustig en zeiden dat het goed is dat hij het vertelde. We gaven aan dat dit nieuws rauw op ons dak viel en vroegen bedenktijd voor we zouden reageren. Daarnaast vroegen we waar hij dan in gelooft. Hij antwoordde: ‘In een beetje plezier hebben in het leven en daarna ga je gewoon dood’. Dat deed ons heel erg zeer. De nacht sliepen mijn vrouw en ik beide niet. Er ging van alles door ons hoofd. Hoe zal het verder gaan? Wat deden we fout? Gaven we te weinig aandacht aan het geestelijke? En wat zou de volgende stap zijn? Vaak gaat het van kwaad tot erger. We besloten hem vooral te laten zien dat we nog steeds heel veel van hem houden. Onvoorwaardelijk. En niet steeds een wijzend vingertje op te steken, maar vooral een arm om hem heen te slaan. We willen geen deuren dichtgooien.
Grover
In de weken ervoor merkten we al wel dat Stefan steeds onverschilliger werd. Hij lag ongeïnteresseerd mee te luisteren naar de kerkdienst, ging niet meer naar catechisatie en de jeugdvereniging, gaf tegendraadse opmerkingen en werd steeds grover in z’n taalgebruik. We merken dat mensen in zijn omgeving een grote invloed op hem hebben, zoals zijn niet-christelijke baas. Daarbij kreeg hij ook een niet-christelijke vriendin. We bespraken dit laatste met hem, maar tegen iemand die verliefd is, kun je praten als Brugman. Het had geen effect.
Slaaphouding
Toen we Stefan vroegen hoe hij de zondag in wilde vullen, zei hij liever naar het strand te gaan. Toen waren we meteen heel stellig. Zolang hij in ons huis en achter onze voordeur woont, moet hij zich aan onze standpunten houden. Dat betekent gewoon samen naar de kerk of thuis de diensten volgen en op zondag de auto niet lenen. ‘Zie je wel, je mag niets’, zei hij toen. Hij was een week wat down, maar accepteerde het. Hij luistert de diensten mee. Hij hangt dan onderuitgezakt op de bank, met z’n capuchon over z’n hoofd. Anderhalf uur blijft hij in die slaaphouding ‘hangen’. Het mooie is dat hij niet slaapt! Soms zegt de dominee iets wat betrekking op hem heeft. Dan spreekt hij bijvoorbeeld mensen aan die niet meer in God geloven. M’n dochter of vrouw stompen Stefan dan aan. ‘Ik hoor het wel hoor’, mompelt hij dan. Ook gaat hij mee naar de kerk. Maar dan zorg ik dat ik niet naast hem zit. Want dan zie ik hem steeds in die onverschillige slaaphouding zitten en erger ik me enorm.
Vertrouwen
Stefan heeft contact met een christelijk gezin. Pas vroegen ze of hij op kwam passen, zodat de ouders samen naar de kerk konden. Waar doe je dan wijs aan? Ik vroeg of hij daar naar de kerk zou luisteren. Hij zei van wel. Hij mocht toen de auto meenemen. Ik keek elke keer op de klok of hij al terugkwam, maar het werd later en later. Toen stuurde hij een berichtje dat hij daar zou blijven eten. Dat vind ik best lastig. Ik geef hem vertrouwen en je weet niet precies wat hij doet. Is hij echt bij dat gezin? Of ging hij naar z’n vriendin? Later twijfelde ik of we er goed aan deden. Is het goed om hem vertrouwen te geven of is het een glijbaan?
Wederkomst
Stefan is een harstikke leuke vent. We hebben verder eigenlijk niets te klagen, want hij houdt zich in principe aan onze regels. Na het eten zingen we altijd aan tafel en ik leg het boekje gewoon voor z’n neus. Meestal zingt hij mee. Dat verbaasd me. Maar een gesprek met hem over het geloof is niet mogelijk. Volgens mij komt het hem gewoon goed uit om niet te geloven. Dan kan hij met zo’n niet-christelijk meisje op pad. Als ik vraag wat hij denkt dat er na de dood is, zegt hij heel stellig: ‘Dan ben je gewoon dood’. Als ik vraag wat hij niet snapt of waarom hij niet gelooft, krijg ik steeds koude antwoorden en kapt hij het gesprek af. Dat vind ik heel lastig en ik lig er ’s nachts wakker van. Hoe kan ik een gesprek op gang krijgen? De verloren zoon deed trouwens precies hetzelfde. Maar ‘tot zichzelven gekomen zijnde’, staat er in Lukas 15 vers 17. Daar bid ik om. Want je wilt niet dat je kinderen verloren gaan. Ik herinner me een preek over de Wederkomst. De dominee zei dat je daar enerzijds naar verlangt, maar anderzijds niet, want je vrouw, je zoon, je vriend etc. is nog niet bekeerd. Maar als de Heere terugkomt, zal de laatste toegebracht zijn. Dat geeft rust. Ik vraag veel mensen in mijn omgeving of ze voor ons willen bidden. Zelf bid ik ook veel voor onze kinderen. Soms de hele dag, want met je ogen open kun je ook bidden. Gebed is heel krachtig!”
I.v.m. privacy zijn de namen gefingeerd
Tips van vader Anton:
- Vraag bedenktijd als je kind met een lastige boodschap komt
- Blijf je kind onvoorwaardelijk liefhebben
- Bid veel voor je kind en vragen anderen ervoor te bidden
- Stel grenzen waar je kind zich aan moet houden zolang het thuis woont
Tips van deskundige
Karel Post, Adventure Therapeut en oprichter van Outback Explorers, geeft tips aan vader Anton.
“Tips vind ik een lastig woord”, glimlacht hij. “Opvoeden is vaak complex. Ik puzzel graag mee en tastend zoeken we de weg. Het verhaal raakt me. Geloofsopvoeding is niet maakbaar. Ik denk dat veel ouders dat herkennen. Ik vind het mooi dat er in dit gezin veel liefde en aandacht voor elkaar is en dat zaken open besproken worden. Wat mij opvalt is dat Stefan tot nog toe geen noemenswaardige problemen veroorzaakte. Het kan zijn dat Stefan zelf op dit moment klem zit. Bij zijn baas en vrienden gelden andere normen als het over geloven gaat. Zich tegen zijn ouders keren is waarschijnlijk makkelijker en veiliger dan een open gesprek aangaan met zijn baas of vriendin.”
Tip 1
Stefan is een jongeman. Je kunt hem niet meer opvoeden, maar wel begeleiden. Dat is gelijkwaardiger en met respect voor zijn mening, ook al doet die pijn.
Tip 2
Verlaag de druk op Stefan door hem niet steeds op het onderwerp (zondagsinvulling) te wijzen.
Tip 3
Waardeer –het liefst zonder woorden- dat hij toch meeluistert naar de kerkdienst. Laat hem bijvoorbeeld als eerste een taartje kiezen na de dienst.
Tip 4
Schenk Stefan onvoorwaardelijk vertrouwen. Deze gaat hij waarschijnlijk wel eens teleurstellen. Bespreek in dat geval kort wat je dwars zit, dus met een ik-boodschap. Als je steeds ‘jij dit’ en ‘jij dat’ zegt, zit je op het verkeerde spoor. Herstel van jou kant het vertrouwen snel. Stefan moet leren wie hij wil zijn.
Tip 5
Laat Stefan voelen dat je zijn moeilijke situatie snapt. Veroordeel hem niet en blijf positief beschikbaar.
Tip 6
Neem Stefan serieus in zijn verkering. Zorg dat zijn meisje niet alleen verliefd wordt op hem, maar ook op het gezin. Als je een liefdevol contact aangaat, kun je de Goede geur van het geloof verspreiden.
Tip 7
Mooi dat Stefan de zondagsregels accepteert. Je kunt als ouders overwegen om de keuze meer bij hemzelf te leggen. (Ben je hem dan niet kwijt vraagje je je misschien af? Nee, als hij kiest om niet naar de kerk te gaan ben je hem in feite nu al kwijt en doet hij nu voor de schijn mee. Als hij toch kiest om naar de kerk te gaat heb je een mogelijkheid om hier nieuwsgierig over in gesprek te gaan.) Nu kan hij zich afzetten tegen zijn ouders, maar dan wordt het meer een interne vraag. Dan moet hij nadenken over de verantwoordelijkheid van zijn eigen keuzes. Dit vraagt als ouders ook om een goed gesprek met de andere kinderen.
Tip 8
Wacht voor een gesprek af of er een open moment komt. Als je in gesprek raakt over het geloof, wees dan oprecht geïnteresseerd naar zijn mening. En bedenk dat Stefan woorden nodig heeft om zich ten opzichte van zijn vriendin, haar ouders, zijn baas en collega’s te verantwoorden. Hij heeft jullie manier van doen nodig om buitenshuis op geloofsgebied staande te blijven. Hij lijkt zich compleet af te wenden, maar het is de vraag of dat inwendig zo is.